Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als hij dit gezegd en brood genomen had, [61]dankte hij God in aller tegenwoordigheid; en [hetzelve] gebroken hebbende, begon hij te eten. 61. Namelijk voor de weldaad, die hun God nog deed van spijs te hebben, en die te kunnen genieten tot versterking van hunne krachten, gelijk ook Christus gewoon was te doen; Matth.14:19; Joh.6:11, en Paulus alle Christenen vermaant; 1 Tim.4:4,5.